Ga naar hoofdinhoud

Expertblog – 27 juni 2024

Er is veel belangstelling voor mestvergisting. Logisch, want veehouders kunnen hun mest gebruiken om groen gas te produceren én daar leuk aan verdienen. In dit blog legt Willem Dubbelman, biogas-expert van Energiefonds Overijssel, uit wat mestvergisting is, wat de voor- en nadelen zijn en waarom hij vindt dat er vooral méér mestvergisters moeten komen.

Waar laat je je mest?

‘Mest is afval, dat moet weg. Melkveehouders kunnen nog een groot deel van hun mest kwijt op het land. Wel wordt de regelgeving over wat zij op het land kwijt mogen steeds strenger, zeker onder invloed van de Natuurherstelwet. Daarnaast bevat mest niet alleen stikstof, maar ook fosfaten; die kunnen ‘uitspoelen’ en het grond- en oppervlaktewater vervuilen.

Daarnaast produceert het vee in Nederland doorgaans méér mest dan veehouders op het land kwijt kunnen. Kippen- en varkenshouders kunnen hun mest helemaal niet op het land kwijt. Dat moeten ze dikwijls exporteren naar het buitenland. Dat is natuurlijk zonde: dat er honderden kilometers gereden moet worden om je mest kwijt te kunnen. Je kunt het ook vergisten en vervolgens van het restproduct organische kunstmest maken.

Hoe werkt een mestvergister?

Een mestvergister is een heel grote, ronde tank. Als je de mest daarin een beetje verwarmt – tot de temperatuur van een koeienmaag – komt er biogas vrij. Tijdens dat proces breken de enzymen, die van nature in de mest zitten, de organische droge stof af. Het daarbij vrijkomende gas noem je biogas. Feitelijk bestaat biogas dus uit de scheetjes van enzymen. Vervolgens moet je dat gas afvangen en er groen aardgas van maken.

Gas afvangen

Biogas bestaat voor ongeveer 57 procent uit methaan (aardgas). Door de samenstelling van 57 naar 89 procent te verhogen, krijg je aardgas, waar een cv op kan branden of de industrie. Dat kan door het biogas door een membraam te halen, waarbij CO2 wordt afgevangen en je 89 procent methaan overhoudt. Er komen steeds meer installaties die de afgevangen CO2 kunnen opvangen. Tuinders kunnen die CO2  dan weer goed gebruiken in kassen als groeibevorderaar.

Minder stikstof

Vergisten levert niet alleen groen gas, maar zorgt ook voor minder stikstof in het milieu. Veehouders met een mestvergister leggen een speciale vloer aan in de stal die ervoor zorgt dat de mest binnen enkele uren in de vergister terechtkomt. Zonder die vloer begint de mest al buiten de vergister biogas en stikstof uit te stoten. De mestvloer zorgt ervoor dat de mest twee keer zo veel biogas oplevert en stopt bovendien de stikstof-uitstoot.

Organische kunstmest

Na vergisting blijft een ‘digestaat’ over. Met speciale technologie kun je dit restproduct scheiden tot loosbaar water en organische kunstmeststoffen. Dat scheiden is vooral haalbaar voor grotere vergisters. Agro Energie in Hardenberg kan dat bijvoorbeeld al. Bij de regionale afvalverwerker Twence gebruiken ze een geavanceerd scheidingsysteem dat zelfs kan scheiden tot loosbaar water en kunstmestvervanger. Daarmee lossen ze dus voor een deel het mestprobleem op.

Waarom zoveel belangstelling?

Elke informatiebijeenkomst over biogas trekt momenteel een volle zaal. Dat komt vooral doordat je momenteel – als je het goed doet – geld kunt verdienen met vergisten. De subsidies op biogas zijn verhoogd naar 20 cent per KWh voor kleinere vergisters. Want op zich gaat het best goed met de vergroening van elektriciteit: al bijna de helft van alle stroom wordt door zon en wind geleverd. Alleen wordt gas nog maar voor een paar procent duurzaam geproduceerd. In 2030 moet in heel Nederland 20 procent van het gas groen zijn. Vergisting is vrijwel de enige manier om groen gas te maken. Waterstof telt ook mee, maar die productie bestaat nog nauwelijks en waterstof gaat niet door ons gasnetwerk. In een poging de groengas-doelstelling te halen, stimuleert de overheid daarom mestvergisting met hoge subsidies.

Kleine of grote vergisters?

Dan rest nog de vraag: kun je als veehouder beter een vergister op je eigen erf plaatsen of je mest naar een grote vergister brengen? Theoretisch kan elke boer een vergister plaatsen op het erf. Het grote voordeel van kleinschalige vergisters is, dat je de mest op je eigen erf houdt en je groen gas produceert, waarmee de vraag naar fossiel gas daalt. Kleine vergisters bieden echter een beperkte oplossing voor het mestprobleem, omdat je nog wel digestaat overhoudt. Dat moet dan vaak alsnog naar het buitenland worden afgevoerd. Effectief scheiden op kleine schaal zie ik niet snel gebeuren. Daar is veel tijd en technische kennis voor nodig en die is aanwezig bij grote vergisters.

Grotere vergisters kostenefficiënter

Als je de mest naar een grotere vergister brengt, levert dat minder gas op (want het is later bij de vergister) én de mest moet vervoerd worden. Het voordeel is dat grotere vergisters beter kunnen scheiden en veel kostenefficiënter zijn. Dat vinden wij bij StartGreen ook belangrijk: dat de vergister op langere termijn ook nog kostenefficiënt is. Als je na de subsidieperiode van twaalf jaar moet terugvallen op marktprijzen, dan vereist dat een lage kostprijs.  En dat pleit voor grootschalige vergisters.

Hub Holland hub?

De agrarische sector heeft het nu ook vaak over hubs. Veel veehouders kijken of ze op hun bedrijf biogas kunnen produceren en daar dan op één locatie groen gas van kunnen maken. Een hub kan een oplossing zijn voor het mesttransport: dat is dan niet meer nodig en bovendien kan mest dagvers de vergister in, waardoor het meer gas oplevert. Een goed idee dus, hoewel de organisatie van een hub heel complex en risicovol kan zijn en daarom niet moet worden onderschat. Bovendien vraagt een hub heel veel kennis van vergisten, maar ook van het runnen van een onderneming. Goede ondersteuning van partijen die naast kapitaal ook ervaring in de ontwikkeling en exploitatie van mestvergisters meebrengen, is dan ook een essentiële voorwaarde.

Krijgen we straks gasnetcongestie?

Verder moet je rekening houden met mogelijke afzet. Groen gas gaat gewoon via de gasleiding. Kleine vergisters passen op de reguliere gasaansluiting. Ondernemers moeten vooraf informeren of het gasnetwerk voldoende capaciteit heeft om hun gas kwijt te kunnen. Als er meer vergisters komen, is dit wel iets om rekening mee te houden. Wat dat betreft lijkt het op het groene-stroom-verhaal: je kunt het niet altijd overal kwijt.

Veel ruimte voor vergisting

Op dit moment wordt nog geen 5 procent van de mest vergist. Daar ligt dus nog ontzettend veel ruimte. In 2023 werd ruim 280 miljoen kubieke meter groen gas geproduceerd en het doel is 2 miljard kubieke meter in 2030. Om de groengasdoelstelling te halen, moeten er flink wat grotere vergisters bijkomen. En het tempo waarin nieuwe vergisters worden gebouwd ligt nu nog veel te laag.

Dat komt vooral doordat je als ontwikkelaar eerst flink wat hinderissen moet nemen: je moet zorgen dat de mest naar de vergister komt en het digestaat weer wordt afgevoerd. Grotere vergisters werken bovendien vaak ook met resten uit (dier)voeding en gft-afval. Daarnaast zijn de vergunnings- en beroepsprocedures zó intensief, dat nog niet veel ontwikkelaars daarin willen stappen. Wel zien we een enorme groei in het aantal subsidieaanvragen. Een paar jaar geleden waren dat er nog een handjevol, nu zijn het er landelijk al 440. Dat aantal is door de hogere subsidies in de laatste tien jaar meer dan vertienvoudigd.

Wat doet StartGreen hierin?

Bij StartGreen hebben we intussen enorm veel kennis van mestvergisten in huis, zeker voor een financier.  De verschillende fondsen van StartGreen hebben samen tot dusver 22 vergisters gefinancierd. Zo heeft PDENH de vergister van Sustenso helpen bouwen, Energiefonds Overijssel heeft al flink wat vergisters gefinancierd en hielp onder andere mee aan de ontwikkeling van die van Agro Energie Hardenberg. Oneplanetcrowd (nu Invesdor) heeft ook een drietal vergisters gefinancierd. Daarmee horen we bij de grootste financiers van Nederland. Bij elke aanvraag kijken we heel kritisch naar de business case: naar de vergunningen en naar de toekomst.

Intensief betrokken

Ook na de financiering blijven we intensief betrokken bij de mestvergister. Wat dat betreft is er een groot verschil met zon- en windprojecten: dat is zogenoemde dealfinanciering. Een zonnepaneel zet je neer, de zon schijnt en je hebt er nauwelijks nog omkijken naar. Als je een vergister neerzet, begint het pas. Je bent als het ware een kok die een pan en een brander heeft gekocht. Daarna moet je ingrediënten gaan inkopen en er wat van maken. Ook zijn er risico’s waarvan je je bewust moet zijn en die je bereid moet zijn te nemen als je instapt. Daarom ben ik een groot deel van mijn tijd bezig met de begeleiding van gefinancierde ondernemers. Ook omdat er in een rap tempo nieuwe ontwikkelingen bijkomen, zoals nieuwe stikstofscheiders, een buurman die aansluit, et cetera.

Mestvergisting is vakmanschap

Het mag inmiddels duidelijk zijn dat ik zelf heel enthousiast ben over mestvergisten. Je hebt groen gas en je helpt de uitstoot van stikstof en fosfaten te verminderen. Als je de veesector wilt verduurzamen, is vergisten een goed middel. Bovendien vind ik het onacceptabel dat we 95 procent van het mestpotentieel niet gebruiken. Mijn ideale toekomstbeeld is, dat kleine veehouders hun mest wegbrengen: óf naar de vergister van de buurman óf naar een grotere vergister of hub in de regio.

Bovendien, een veehouder uitkopen kost miljoenen. Met een paar ton investering kan hij gaan vergisten, de stalvloer aanpassen en emissies reduceren. Ook vanuit dat perspectief sta ik achter vergisten. Boven alles is het een mooie manier om groen gas te maken. Het is vakmanschap, waar kennis en kunde voor nodig is om er een succes van te maken. Daar besteed ik met veel plezier mijn tijd aan.’

nl_NLNederlands